tounge   tounge   tounge   tounge HUISWERK
 tounge   tounge   tounge   tounge
 
Het huiswerk dat wordt opgegeven, wordt op het bord in de klas vermeld.
De leerlingen moeten het huiswerk ook in hun agenda schrijven,
wanneer het wordt opgegeven.

Op deze pagina wordt het huiswerk bijgehouden.
De pagina is zoveel mogelijk up-to-date, maar kan niet worden gebruikt 
in plaats van het bord in de klas en de agenda!


AGENDA

- 12 december: toets tijdzaken thema 2
- 18 december: toets taal thema 4
 

 
DOCUMENTEN
Hier staan documenten die de leerlingen kunnen gebruiken, bijvoorbeeld bij het maken van presentaties en boekverslagen.


Wat moet er allemaal in mijn werkstuk zitten?
* Kaft; hierop staat het onderwerp, je naam, je klas en de datum. Ook staat hierop een leuk plaatje van jouw onderwerp.
* Inhoudsopgave; hierin staat onder elkaar wat voor hoofdstukken jouw werkstuk heeft. Ook staat erachter vermeld op welke bladzijde het begint.
* Inleiding: waarom heb je voor dit onderwerp gekozen? Wat wil je ervan leren? Etc. Alle vragen vind je terug op je uitlegblad.
* Woordweb; het woordweb wat je hebt gemaakt bij stap 1 vind ik hier terug.
* Hoofdstukken; hierin staat per hoofdstuk informatie over jouw onderwerp. Let hierbij op alinea's. Het mag geen hele lap tekst zijn. Ook heb je plaatjes toegevoegd die bij dat onderdeel passen.
* Slot: hoe is het maken van je werkstuk gegaan? Wat vond je moeilijk/makkelijk? Etc. Alle vragen vind je terug op je uitlegblad.
* Bronvermelding; hierin staan de boeken + schrijvers van de boeken die je hebt gebruikt. Ook alle internetadressen zet je hier op een rij. Wanneer je iemand interviewt, vind ik ook deze naam terug.
Waar moet ik op letten?
* Let op je indeling. Je hoofdstukken moeten niet 1 lange tekst zijn, maar verdeeld in alinea's.
* Let op schrijf- en spellingsfouten. Het moet een logische opbouw zijn en geen fouten bevatten. Ook moet het jouw tekst zijn, niet de woorden vanuit het boek. Je vertelt het in je eigen woorden.
* De bladzijdes moeten genummerd zijn.
* De plaatjes in het werkstuk moeten voorzien zijn van bijpassende tekst/bijschriften.
* Het werkstuk moet minimaal 5 pagina's met informatie hebben (de hoofdstukken). De kaft, inhoudsopgave, het woordveld en de bronvermelding tellen hier dus niet mee!
Wat moet ik af hebben en wanneer?
Datum Wat moet ik dan af hebben?
Maandag 8 januari 2018 Onderwerp doorgeven aan de juf
Maandag 22 januari 2018 Woordweb en de inleiding
Maandag 19 februari 2018 De eerste 2 hoofdstukken
Dinsdag 3 april 2018 Hele werkstuk
 


Hoe maak ik een werkstuk?                                    Groep 6
 
Je gaat een werkstuk maken. Dat is erg leuk om te doen! Om ervoor te zorgen dat het een goed werkstuk wordt, is het belangrijk dat je van te voren weet hoe je het werkstuk moet maken. Ook is het belangrijk dat je weet wat er allemaal in jouw werkstuk moet zitten. In dit document vind je het antwoord!
 
Stap 1: Onderwerp bedenken.
- Kies een onderwerp waarover je veel kunt leren en dat je interesseert.
- Bedenk goed waarom je voor dit onderwerp kiest.
- Bedenk ook wat je over dit onderwerp wilt leren. (3 antwoorden)
- Je weet misschien al meer van het onderwerp dan je denkt. Maak daarom een woordweb van alle dingen die jij al weet.
 
 
 Stap 2: Schrijf de inleiding.
- Waarom heb je dit onderwerp gekozen?
- Wat wil je over dit onderwerp gaan leren?
- Maak je lezer nieuwsgierig! Je kunt bijvoorbeeld ook een leesvraag stellen of je lezer veel leesplezier wensen.
 
 
 Stap 3: Verzamel informatie.
- Ga zoeken in boeken en tijdschriften: in de bibliotheek, of thuis in de boekenkast. Kopieer alle informatie die je nodig hebt
- Surf op internet naar websites met informatie. Print alle informatie uit die je nodig hebt.
- Lees je verzamelde informatie door en bedenk of je zo voldoende informatie hebt.
 
 
Stap 4: Schrijf je hoofdstukken.
  • Lees je informatie goed door en markeer de tekst die je gaat gebruiken voor je hoofdstukken.
  • Maak een indeling voor je hoofdstukken. Deze moet in een logische volgorde zijn.
  • Zet de tekst die je hebt gemarkeerd in je eigen woorden bij het juiste hoofdstuk.
  • Controleer je tekst op schrijffouten en of het een logische zin in.
 
 
 
 
Stap 5: Zoek plaatjes bij je tekst.
  • Deze plaatjes moeten bij de tekst passen.
  • Zet bij elk plaatje een passend bijschrift: wat zien we op het plaatje?
  • Let erop dat de plaatjes niet de overhand krijgen. Het belangrijkste blijft de tekst.
 
Stap 6: Schrijf je slot.
- Hoe is het werken aan het werkstuk gegaan?
- Ben je problemen tegengekomen? Hoe heb je die opgelost?
- Hoe vond je het om dit werkstuk te maken?
- Was het anders dan je had verwacht?
- Wat was makkelijk/moeilijk/leuk/vervelend/… ?
- Wat heb je geleerd?
 
Stap 7: Schrijf je bronvermelding.
  • Maak gebruik van verschillende bronnen; boeken, internet, interviews etc.
  • Schrijf op welke boeken je hebt gebruikt en noem de schrijver/schrijfster.
  • Schrijf de sites op die je hebt gebruikt. De link gebruiken is ook prima.
  • Wanneer je iemand hebt geïnterviewd, noteer dan zijn/haar naam. 
 
Stap 8: Schrijf de inhoudsopgave.
  • Noteer wat er allemaal in je werkstuk terug te vinden is en op welke pagina het begint.
 
 
 
 
 
Veel plezier en succes bij het maken van je werkstuk!
 
 
 
 

 

Informatie voor nieuwe ouders

Wat fijn dat u interesse heeft in het Spectrum als mogelijke basisschool voor uw kind(eren). Graag informeren wij u vooraf hoe de procedure voor aanmelding en inschrijving verloopt. Met name als het gaat om instromen in een andere groep dan groep 1 is het van belang te weten welke stappen er genomen worden om tot een zorgvuldige plaatsing komen. We willen immers graag dat alle kinderen op een plek komen waar ze de begeleiding (kunnen) krijgen die nodig is. Leest u alstublieft eerst onderstaande link met informatie over aanmelden.